Het in stand houden van particuliere landgoederen en buitenplaatsen bezorgt de eigenaren nogal eens financiële hoofdbrekens. Gijs van Heemstra pleit voor verruiming van wet- en regelgeving voor het toestaan van economische dragers en voor afdracht van overheidsinkomsten aan particuliere grondeigenaren.
Natuurliefhebbers, fietsers en wandelaars kunnen naar hartelust recreëren en genieten van de mooie natuur op particuliere terreinen. De eigenaren houden daar, behalve de schillen en de dozen, financieel niets aan over. De euforische ambitie van de provincie Utrecht om tot de ontwikkeling van het Nationaal Park Heuvelrug te komen (Intentieovereenkomst Nationaal Park Heuvelrug), maakt de zorgen van de eigenaren er niet minder op. Integendeel.
De schijn wordt gewekt dat iedereen heel blij is met dit initiatief. Op de Utrechtse Heuvelrug alleen bevinden zich al 44 particuliere landgoederen en buitenplaatsen en veel van de eigenaren zijn verre van enthousiast. Zij wijzen de plannen af omdat zij de effecten vrezen als nog meer toeristen gaan recreëren in hun publiek toegankelijke gebieden zonder dat hier kostenvergoedingen tegenover staan.
Eens in de zoveel jaar komen eigenaren van landgoederen en buitenplaatsen in aanmerking voor een geringe subsidie om investeringen te doen. Verder leunen zij op goedwillende vrijwilligers die helpen om de kosten van onderhoud te drukken. Voor financiële faciliteiten zoals de Postcodeloterij, die ruimhartig miljoenen toebedeelt aan o.a. Vereniging Natuurmonumenten, de 12 Landschappen en Milieudefensie, komen zij niet in aanmerking. De basis onder de instandhouding van hun eigendommen zijn de traditionele economische dragers (pacht, houtopbrengst, etc). Helaas is de overheid heel terughoudend in het toewijzen van vergunningen voor bijzondere activiteiten die inkomsten kunnen genereren, zoals een horecavergunning of een bouwvergunning voor gemeenschapsruimten. Als argument hanteert de overheid dat de mooie natuur gekoesterd moet worden en daarin is weinig plaats voor nevenactiviteiten, laat staan kostenvergoedingen.
Diep in zijn hart wil menige landgoedeigenaar helemaal geen huizen bouwen of horeca exploiteren op zijn grond. Men voelt zich er echter toe gedwongen zolang de meer bij landgoederen passende nevenactiviteiten (zoals het optrekken van schuren en houthokken of betaald parkeren) niet toegestaan of maatschappelijk niet geaccepteerd zijn.
Particuliere landgoedeigenaren hebben echter al eeuwen lang bewezen dat zij zeer goed in staat zijn ‘hun’ natuur te beschermen én te behouden. Door eenzijdig overheidsbeleid; beperkte subsidie, hoge WOZ belasting (op de Utrechtse Heuvelrug becijferde KPMG de waarde van huizen 17% hoger door hun ligging in of bij de natuur), dure subsidie-aanvraagkosten, stringente eisen in het Nationaal Natuurnetwerk of bijvoorbeeld kostbaar toezicht of drinkwaterbedrijven die water putten onder hun bosgrond, voelen particuliere eigenaren zich welhaast gedwongen nieuwe inkomstenbronnen te zoeken.
Overheid en maatschappij moeten inzien dat de natuur niet gratis is. Ik begrijp wel dat men dat denkt: met al die ‘goedkope’ netjes opgevoede (en dus niet hard roepende) particuliere landgoedeigenaren; dat wekt al gauw de schijn van ‘gratis natuur’. En gaan betalen voor natuur aan de grondeigenaren is dus geen geliefd onderwerp in een overheidsbegroting. Terwijl provincies via opcenten, gemeenten via toeristenbelasting en waterschappen via een extra doelheffing, heel goed een afdracht aan de grondeigenaren zouden kunnen doen. Vergeet niet overheden, dat de particuliere grondeigenaren in heel Nederland, dus ook in de provincie Utrecht, met hun bossen en landschappen ons nationaal erfgoed en de groene longen leveren, die zo broodnodig zijn in deze tijd van klimaatverandering.
Als Utrechtse vertegenwoordiger van het platform Rentmeesters.nl roep ik overheden dan ook op om de particuliere grondeigenaren meer ruimte te geven in wet- en regelgeving om economische dragers te ontwikkelen en, zoals beschreven, landgoederen te financieren. Alleen zo zijn particuliere grondeigenaren in staat de diversiteit van het buitengebied nu en voor de generaties na ons te behouden.
Gijs van Heemstra,
lid Rentmeesters.nl
Reacties: