Onteigening van gronden is een zwaar middel. Immers door onteigening ontneem je eigendom van een burger van wie het eigendomsrecht volgens de wet het belangrijkste recht is.
Het spreekt dan ook voor zich dat de overheid, de enige overigens die dit middel mag gebruiken, zorgvuldig hiermee omgaat. Zo moet bij onteigening aan een aantal voorwaarden worden voldaan, waarbij het algemeen belang het zwaarst weegt. Denk hierbij aan de realisatie van grote infrastructurele werken (wegen, bruggen, spoorwegen, vaarwegen) of ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting (woonwijken en bedrijventerreinen).
Wanneer de overheid een bepaald perceel nodig heeft, moet zij die grond in eerste instantie aantoonbaar minnelijk trachten te verwerven. Uiteraard tegen een volledige schadeloosstelling. Een zorgvuldig proces dat in de regel de nodige tijd in beslag neemt. Mochten partijen onverhoopt niet tot overeenstemming komen, stapt de overheid naar de rechter. Na zo’n tijdrovende, gerechtelijke procedure zal de rechter - een enkele uitzondering daargelaten - de onteigening uitspreken en kan de overheid uiteindelijk alsnog over de grond beschikken. Uiteraard nog steeds tegen volledige schadeloosstelling.
Aan de opstart van grote projecten gaat een uitgebreide voorbereiding vooraf. De verwerving van de benodigde grond (minnelijk of via onteigening) is daarbij een onderdeel waarmee rekening wordt gehouden en daardoor nauwelijks vertragend werkt. Anders is het bij relatief kleine projecten. Ook voor de aanleg van een fietspad, de verbreding van een lokale weg of de ontwikkeling van een kleinschalige woonwijk is grond nodig. Met de grondverwerving wordt regelmatig in een te laat stadium begonnen, waardoor veel van dergelijke projecten met vertraging worden gerealiseerd of soms zelfs helemaal niet tot stand komen.
Ik pleit er dan ook voor dat overheden, evenals bij grootschalige projecten, de grondverwerving bij de planvorming betrekken en tijdig maatregelen nemen. Zo voorkom je vertraging of afstel omdat mogelijk een of meerdere ‘dwarsliggers’ het plan frustreren. Hiermee doe je niet alleen onrecht aan diegenen die wel meewerken en in een vroegtijdig stadium minnelijk akkoord gaan, maar voorkom je dat dwarsliggers op een of andere manier voor hun actie worden beloond. Uiteraard blijft het volledig schadeloosstellen van alle betrokkenen het belangrijkste uitgangspunt.
Paul Bakker
Paul Bakker is lid van rentmeesters.nl in de provincie Noord-Brabant
Reacties: